Bij het dessert hebben we meestal geen inspiratie meer in de keuken, dus gaan we vaak voor een klassieke taart. Gemakkelijk te dresseren op een bord en gewoon nagenieten van een etentje met de gasten.
Deze abrikozen taart krijgt een kleine extra met de tijm. Niet te zoet, wel stevig van smaak.
Het tweede stukje kregen we er net mee ingeduwd in onze maag :-).
Bereiding
- Warm de oven voor op 180°C.
- Vet de bakvorm in met een weinig boter en bestrooi met bloem.
- Leg het vel bladerdeeg in de bakvorm en snij het overschot aan de randen weg.
- Doe de suiker en de zachte boter in een kom. Mix met een garde (of handmixer) tot alles goed gemengd is.
- Voeg het vanille extract, de eieren en de melk toe en mix terug goed door elkaar.
- In een aparte kom meng je de bloem met het amandelmeel.
- Voeg een lepel het amandelmengsel toe aan het andere mengsel en meng.
- Herhaal stap 6 lepel per lepel tot alles goed gemengd is.
- Snij alle abrikozen in 2 en haal de pit eruit.
- Een derde van de abrikozen snij je in hele kleine blokjes. Doe dit bij het beslag en meng dit terug.
- Doe het beslag in de taartvorm en strijk de bovenkant glad.
- De andere gehalveerde abrikozen leg je met de snijkant op het beslag en duw je er lichtjes in.
- Bestrijk de abrikozen met de suikersiroop.
- Zet de taart 40 minuten in de oven.
- Haal de taart uit de oven en laat afkoelen.
- Ondertussen smelt je de kweepeergelei in een steelpan. Smeer de taart in met de gesmolten gelei.
- Rits de blaadjes tijm van de takjes en strooi dit over de taart.
- Laat verder afkoelen voor je gaat serveren.
Tip
- Je kunt een weinig tijm door je beslag halen als je iets sterkere smaak van het kruid wil in je taart.