Velen lijkt deze combinatie o zo vreemd. Spreek over garnalen met puree, getopt door een ei, en het jeugdsentiment zal gepaard gaan met een directe goesting in deze incontournable van de oude keuken.
Bereiding
Puree
- Schil de aardappelen en spoel ze nog even af voor je ze in een pot met water doet.
- Kook de aardappelen gaar met een beetje zout in het water.
- Met de stamper maak je puree van de gekookte aardappelen. Voeg 50 gr boter en 100 ml karnemelk toe.
- Meng alles goed onder elkaar en kruid af met peper, zout en nootmuskaat.
Saus
- Smelt 50 gr boter in een steelpan en laat deze lichtbruin worden.
- In een andere pan warm je 150 ml karnemelk op (niet koken).
- Voeg de karnemelk toe aan de boter terwijl je blijft roeren met de garde anders zou de saus kunnen schiften.
Gepocheerd ei
- Doe in een tas een vel plastiek folie en smeer dit in met een klein beetje olijfolie. Vervolgens breek je het ei en doe je dit in de tas. De folie bind je toe zodat je een zakje krijgt met het ei in.
- Kook water met een scheut azijn in.
- Doe het zakje met het ei in het kokend water gedurende 3 minuten. Haal onmiddellijk uit het water.
Afwerking
- Leg een hoopje puree op een bord. Maak in het midden een kuiltje.
- In het kuiltje leg je het gepocheerd ei.
- Giet de saus over de puree.
- Werk af met de garnaaltjes en met halve ringen ajuin.
Tip
- Zelf heb ik de ajuin liever iets zachter. Ik los dit op door de ajuin in ringen te snijden en vervolgens toe te voegen aan de warme saus.