Ze klinken niet alleen tropisch, ze zijn ook traditioneel Portugees en vooral superlekker.
Kleine taartjes gevuld met pudding en een gekaramelliseerde bovenkant. Geloof mij, als je ze nog niet kende, ga je ze vanaf nu gewoon niet meer uit je zoet gamma wegwillen.
Bom apetite!
Bereiding
- Warm de oven voor op 215°C.
- Leg 2 vellen bladerdeeg op elkaar. Met de deegroller rol je ze uit tot een dikte van 2 mm. Rol dit vervolgens op en snij de rol in schijfjes.
- Duw het deeg met je vingers uit in de muffinvormen. Zorg dat je een kuil hebt om te vullen met de pudding.
- Verwarm de melk op een middelhoog vuur. Voeg hier de zeste van de citroen bij.
- Snij het vanillestokje open en schraap de zaadjes eruit met een mes. Doe zowel de zaadjes als de peul bij de melk.
- In een andere kom doe je de dooiers, 3/4de van de kristalsuiker en het vanillepudding poeder. Meng dit goed door elkaar met de garde.
- Zeef de melk en doe dit terug in de kookpot. Hier voeg je het mengsel bij. Blijf roeren tot alles gebonden is. Laat dit niet te lang op het vuur staan, anders begint de vulling te schiften.
- Vul de deegvormpjes met de pudding.
- Bak ze 15 minuten in de voorverwarmde oven.
- Vervolgens haal je de gebakjes uit de muffinvorm.
- Meng de rest van het kristalsuiker met de kaneelpoeder. Strooi dit over de gebakjes en karamelliseer met de bunsenbrander.
Tip
- In plaats van zeste van citroen, kun je variëren met zeste van sinaasappel.
- Als je geen bunsenbrander hebt, kun je de gebakjes karamelliseren onder de grill van de oven.